Vincent Blom is sinds februari 2019 plebaan van de Sint-Jan. Daarmee keert hij terug in de kathedraal, waar hij twintig jaar geleden als kapelaan al actief was. ‘Dit gebouw ademt de rust van eeuwen uit.’
Blom, hiervoor pastoor in Sint-Oedenrode, draagt ’s-Hertogenbosch een warm hart toe. “Ik heb hier als kapelaan altijd graag gewerkt”, vertelt hij. “Ik zat hier jaren terug ook op het seminarie, onder de rook van de Sint-Jan. Én ik ben hier als priester ingewijd.” De kersverse plebaan zag zijn terugkeer naar de stad niet aankomen. Blom: “Het komt in de kerk niet zo vaak voor dat je voor een tweede keer ergens aan de slag mag. Dus mijn aanstelling als plebaan was een aangename verrassing.”
Hartelijk, gastvrij en open
Nu volgt eerst een oriëntatieperiode. “Mensen ontmoeten en ontdekken wat er allemaal leeft”, legt Blom uit. “Dat heeft even tijd nodig.” Wel heeft hij al voor ogen wat de Sint-Jan onder zijn vleugels moet uitstralen. “Ik vind het erg belangrijk dat de Sint-Jan hartelijk, gastvrij en open is. Daar ga ik me hard voor maken.”
Bijzondere werkplek
Blom merkt nu al dat de kathedraal een zeer bijzondere werkplek is. “De Sint-Jan is het mooist in de vroege ochtend. Als de opkomende zon door de vensters schijnt, vult het de kathedraal met prachtig en kleurrijk licht. Wanneer ik hier rondloop, voel ik heel sterk dat we als mensen slechts een klein deeltje in de tijd zijn. De buitenwereld raast jachtig door, maar hier komen mensen al eeuwenlang om troost te zoeken, te bidden of een kaarsje op te steken. Dat relativeert enorm. Het geeft een gevoel van thuiskomen.”
Samen zorgen voor de kathedraal
Wat hij vroeger als wist, maar wat ook nu weer duidelijk wordt: de Sint-Jan is voor iedere Bosschenaar een plek van betekenis. “Koester haar daarom”, roept Blom de Bosschenaren op. “Het is niet alleen een taak van de plebaan of van de Stichting Nationaal Monument Sint-Jan, maar van elke Bosschenaar en iedereen die de Sint-Jan een warm hart toedraagt om ervoor te zorgen dat de kathedraal voor iedereen altijd hartelijk, gastvrij en open blijft.”
Fotografie: Wim Koopman